maandag 7 december 2009

Het abortusdebat in Perú


“Zonder reproductieve gezondheidszorg en vrouwenemancipatie is er geen sprake van ontwikkeling”, zegt een recent artikel van ForoSalud. Eén van de belangrijkste veroveringen in de voorbije eeuw, was zeker en vast de technische ontwikkeling en beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen. Het recht van vrouwen om mee te beslissen in vrijheid over het aantal kinderen dat ze wensen te hebben wordt in de grondwetten van democratische en seculiere landen gevrijwaard en gerespecteerd, oa. via het publiek beschikbaar stellen van veilige voorbehoedsmiddelen en veilige methodes van zwangerschapsonderbreking in bepaalde en ethisch verantwoorde omstandigheden.

In Perú kent het beleid rond familiale planning en sexuele rechten echter evenveel momenten van achteruitgang in een proces van langzame vooruitgang tijdens de laatste decenia. Enkele van die “achteruitgangsmomenten” waren de gedwongen sterilisaties van arme plattelandsvrouwen onder het Fujimori-regime in de jaren ’90; de restrictie en schaarste van voorbehoedsmiddelen in de publieke gezondheidsdiensten enkele jaren terug (en nog steeds een probleem vooral in de rurale posten!) en dan nu de “back slach” op het vlak van de "morning after" -pil en het hele abortusdebat.

Terwijl het hoger gerechtshof twee jaar geleden uitspraak deed rond het niet abortieve karakter van de “morning after”-pil, werd een paar weken geleden deze uitspraak helemaal omgedraaid en de fameuze pil weer abortief verklaard door diezelfde instantie. Daarbij werd de pil ook teruggetrokken uit de publieke gezondheidsdiensten. Vrouwen “met geld” kunnen hem wel nog kopen in de commerciële apotheek op de hoek; arme vrouwen hebben er nu echter geen (gratis) toegang meer toe. Daarbij zit het hele abortus-debat in het parlement – onder druk van conservatief rechts, de katholieke kerk en Opus Dei en andere “pro-life” en antifeministische drukkingsgroepen – weer helemaal strop. Wat bediscusiëerd wordt, is daarbij helemaal niet het vrije persoonlijke beslissingsrecht op abortus “op zich”; het gaat enkel om de vraag of in Perú abortus wettelijk toegelaten wordt in het geval het leven van de moeder in gevaar is (de zgn. therapeutische abortus) of indien de moeder slachtoffer was van sexueel geweld en daarom het kind niet wenst te houden.

Ondertussen is Peru nº 2 in Latijns Amerika op het vlak van moedersterfte-cijfers. Slachtoffers zijn dan voornamelijk vrouwen uit de armste bevolkingslagen. Niet minder veronrustwekkend is het hoge aandeel van ongewenste tienerzwangeschappen in de gezondheidsstatistieken: ongeveer 130.000 tieners per jaar worden ongewenst zwanger. En dé belangrijkste oorzaak van moedersterfte bij tieners is een onveilige of niet goed uitgevoerde, clandestiene arbortus.


En terwijl dus elke dag tienermeisjes sterven aan een slecht uitgevoerde abortus die ze lieten uitvoeren omdat ze ongewenst zwanger werden en nergens terecht konden met hun (sociaal opgedrongen) schaamte, emotionele pijn en frustraties, moet het Ministerie van Gezondheid nu zoeken waar het zijn stock van “verboden morning-after pillen” kwijt kan. En ik kan niet anders dan me afvragen: zou de uitspraak hetzelfde geweest zijn indien de rechters van het Hoge Gerechtshof geen begoede oude mannen maar arme jonge vrouwen waren geweest?

woensdag 25 november 2009

In Memoriam Rosa Góngora en Julia Ruth Quispe






Het is maanden geleden dat ik nog eens iets op deze blog heb geschreven. Excuses zijn er altijd wel: zoveel andere “belangrijkere” en meer “productievere”(!?) dingen te doen dan gewoon even stil zitten, gedachten laten opborrelen en die neerpennen. En dan opeens gebeurt er iets – onverwachts en schokkend – wat mijn “schrijf-blog-motortje” weer op gang brengt.

De schokkende gebeurtenis is de dood van 2 bekenden in een bus-ongeluk in Bolivia, in een dorpje in de omgeving van La Paz. De bus reed de afgrond in: 14 personen op slag dood; meer dan 20 personen (zwaar-)gewond. In de bus in Bolivia zat een delegatie van het Instituto para una Alternativa Agraria van Cuzco, tot vorige jaar partner van fos in het agro-programma en de laatste jaren met een door de Voedselbank gefinancieerd project rond gemeenschapscentra voor voedselveiligheid. Drie mensen van de Peruaanse delegatie zijn gestorven, waaronder Rosa Góngora, boerenleidster van de Federatie van Boerenleiders van Huancavelica (FEDECCH, basis van CCP) en Julia Ruth Quispe, agronome die bij de IAA werkte.

Ik herinner me Rosa als een heel dynamische en “eerste klasse” dirigente: nederig, intelligent, met een groot hart en sterke wilskracht die haar vol enthousiasme deed werken voor het welzijn van de boerengemeenschappen in Perú. Ik herinner me levendig een dag dat Rosa me vol trots enkele mooie poster-tekeningen liet zien die ze gemaakt had om haar sensibiliserings- en educatiewerk te ondersteunen in de arme boerendorpen. De Federatie had geen geld om mooie affiches en ander educatief materiaal te laten maken, dus had Rosa dat maar zelf gemaakt. De affiches hielpen haar in haar missie om haar medeburgers ervan te overtuigen hoe belangrijk het was op een georganiseerde manier te werken aan het duurzaam en integraal beheer van hun natuurlijke omgeving, met het oog op het creëren van meer voedselveiligheid, een duurzame landbouw en meer welzijn voor de kleine zelfstandige boeren. Die ervaring had ze van de IAA in Cuzco geleerd en wou ze overbrengen naar andere delen van Perú. Ik sluit bij deze blog enkele foto´s, gemaakt door vriendin-fotografe Chantal Hovens, die Rosa tonen in een CCP-manifestatie in Lima in 2005, zoals ze was: een grote dirigente!

Julia Ruth Quispe was agronome bij het technisch team van de IAA. Carmen Willems, ex-fos cooperante die verantwoordelijk was voor het agro-programma, herinnerde me eraan dat Ruth meehielp de logistieke organisatie van de fos-partnerbijeenkomst in Cuzco rond het thema water (eind 2007) te organiseren.

Over dergelijke busongelukken worden we dagelijks - via de kranten en het radio en TV-journaal- bericht hier in Perú en ik vermoed ook in Bolivia en Ecuador. Ik heb hier niet de extacte cijfers bij de hand maar het aantal doden, zwaargewonden en minder validen (voor het leven!) dat ongelukken op de wegen hier jaarlijks teweegbrengen is schandalig hoog. Heel dikwijls zijn het autobussen die de afgrond inrijden wegens hoge snelheid, dronken chauffeurs, chauffeurs die in slaap vallen achter het stuur, slechte wegen, voertuigen in een lamentabele onveilige staat ... of een combinatie van dit alles.

Het veilig kunnen reizen op de wegen, staat spijtig genoeg nog niet op de agenda van de Ministeries van Volksgezondheid, alhoewel het een zaak van openbaar belang en “sociale zekerheid” is. Volgende week (2 december) worden in Lima wel de resultaten van een onderzoek rond het thema voorgesteld, uitgevoerd door de ong “Salud Sin Limites”. Tijd om hier dringend werk van te maken. Ter nagedachtenis van Rosa, Ruth en alle anderen die jaarlijks sterven in absurde ongelukken op de Andes-wegen.

woensdag 10 juni 2009

De peruviaanse jungle bloedt …


Vrijdagavond 5 juni 2009. Avondmaal in San Ramón, het centrale junglegebied van Peru. De tweede dag van de vormingsworkshop voor sociale gezondheidspromoteren van de koffie-cooperatieven van fos-partner JNC zit er op. We krijgen een telefoontje uit Lima dat ons van de gebeurtenissen in Bagua op de hoogte stelt. Een gewelddadig treffen tussen politie en indígenas zou volgens officiële bronnen reeds meer dan 30 doden als resultaat hebben, waaronder meer dan 20 politiemannen. In de komende uren zouden alle toegangswegen naar de junglegebieden geblokkeerd worden door indianengroepen. Het gerucht gaat dat ook de hoofdweg naar het centrale junglegebied waar wij vertoeven reeds “bezet” en afgesloten zou zijn, ter hoogte van de mijnwerkersstad La Orroya, voor minstens 15 dagen. Consternatie. Via TV en internet trachten we meer nieuws te pakken te krijgen.

De daaopvolgende dag wordt al snel duidelijk dat in het gebied van de selva central, waar wij vertoeven, alles relatief rustig is gebleven en dat de geruchten van de blokkade in La Orroya te maken hadden met een ander sociaal conflict: DOE RUN heeft zijn mijnwerkers voor onvoorziene tijd op verplichte onbetaalde vakantie gestuurd en de mijnarbeiders - lid van de syndicale fos-partner FNTMMSP - protesteerden met een wegblokkade (die echter reeds na enkele uren wordt opgeheven).

Terug in Lima komen we op kantoor Marijke en Thomas tegen, de twee Belgische vrijwilligers van Catapa die aanwezig waren in de confrontatie tussen politie en indianen in de Curba del Diablo, zoals men dat stuk van de weg noemt in Bagua. Thomas en Marijke waren één van de weinige onafhankelijke getuigen ter plaatse (Zie: http://catapa.be/). Op basis van hun verhaal en andere info-bronnen van de geschreven en gesproken pers, kunnen we volgende nieuwsflash samensprokkelen.

De peruviaanse amazone-indianen ijveren al jaren voor hun culturele, economische en sociale rechten. Vorig jaar vaardigde de regering van García in het kader van de vrijhandelsakkoorden met de VS verschillende decreten uit die toelaten dat buitenlandse investeerders gemakkelijker toegang krijgen tot de explotatie en export van peruviaanse natuurlijke hulpbronnen (petroleum, hout, gas, mineralen,…enz). De indianen beschouwen deze decreten als een aanslag op en een bedreiging van hun habitat, hun ecosysteem en hun cultuur. Ze eisen dat de regering – in navolging van de internationale ILO-norm 169 – hun opinie vraagt vooraleer beslissingen te nemen die hun levenswijze direct kunnen aantasten. Moe van de dovemansgesprekken, de vruchteloze pogingen tot dialoog en tot politieke beleidsbeïnvloeding, kristaliseerde het indianenprotest zich de laatste twee maanden in publieke acties, protesten en wegblokkades. Vooral in de zone van Bagua was het protest sterk: de stad was sinds enkele weken afgesloten van de buitenwereld wegens de wegblokkade.

Donderdag 4 juni verneemt het indianenverzet in de zone van Bagua dat de discussie in het Parlement rond het afvoeren van Decreet 1090 (Ley Forestal y de Fauna Silvestre) – ondanks plechtige beloften van de regering – weer eens werd uitgesteld. Ze beslissen de wegblokkade verder te zetten. De regering van zijn kant beslist in te grijpen en stuurt politietroepen om de blokkade te doorbreken. Foto- en filmmateriaal tonen duidelijk aan dat dit niet op een geweldloze manier is gebeurd maar met doelgerichte en rondvliegende kogels. (Zie: http://www.youtube.com/watch?v=X0shiOMiKVM en ook http://www.youtube.com/watch?v=iFzW6O7sFWI). De eerste doden en gewonden vallen onder de indianen. Een groep indígenas die sinds een tijd een petroleumpost bezetten en aan het onderhandelen waren met de politie, horen via radio en telefoon dat op hun indianenbroeders in Bagua wordt geschoten en dat de eerste doden zijn gevallen. Onmacht en onrecht van jaren (en eeuwen?) vertaalt zich in dit specifieke geval in blinde woede en “bloedwraak”. Resultaat: 24 politie-agenten – merendeels jongeren - vermoord.

De regering is echter onbekwaam om auto-kritisch zijn aandeel in de feiten te erkennen. De regering beschuldigt de “wilde” en “domme” indianen van brutale moord op de nationale orde-krachten en van terrorisme (dat aangewakkerd zou zijn door buitenlandse politieke belangengroepen) en erkent slechts 5 civiele doden. In het weekend verschijnt een publicitaire regeringspot op de nationale televisie die de verontwaardiging oproept van een groot deel van de peruaanse bevolking (zie: http://www.youtube.com/watch?v=JDVgw4pbHEk&feature=Responses&parent_video=DjBFat1YoNk&index=1). Naar aanleiding van deze regeringsspot, beslist Carmen Vildoso, Minister van Sociale Ontwikkeling en Vrouwenzaken, dinsdag 9 juni haar onslag aan te bieden. Haar beslissing wordt door de eerste minister en door verschillende Congresleden als “uiterst laf” ge-etiketteerd en haar periode als minister wordt door het slijk gehaald met commentaren in de trend van “haar afwezigheid zal geen groot gemis zijn; ze was toch niet efficiënt; enz.”.

Het dodencijfer onder de politie is gekend: het gaat om 24 politiemannen. Het dodencijfer onder de indianen en civiele bevolking is minder duidelijk. Van officiële zijde wordt gesproken over 9 doden, terwijl de indianen, sociale organisaties, gemeente-en kerk-functionarissen in de zone van Bagua gewag maken van tussen de 30 en 100 doden. Thomas en Marijke hebben met eigen ogen 9 lijken geteld, dus het uiteindelijke dodental moet natuurlijk een stuk hoger liggen. De politie wordt ervan beschuldigd lijken te hebben verbrand en in de rivier Marañon te hebben geworpen. Men spreekt van meer dan 100 vermiste burgers in de zone.

In Bagua is momenteel een relatieve kalmte teruggekeerd. De staat van beleg werd uitgeroepen; de gewonden worden verzorgd in de hospitalen; de indianen zoeken hun vermiste broeders; de Defensoría del Pueblo is ter plaatse. De sociale organisaties – waaronder ook fos-partners JNC en CGTP – hebben hun steun betuigd aan de rechtmatige eisen van de indígena-bevolking en de regering opgeroepen tot dialoog. Morgen 11 juni hebben de sociale organisaties een nationale manifestatie gepland. Pizango, de nationale leider van de indianenorganisatie AIDESEP die door de regering aangeduid wordt als de voornaamste schuldige van het hele gebeuren, heeft diplomatieke bescherming gekregen in de Ambassade van Nicaragua.

In Europa hebben verschillende organisaties, waaronder ook fos, de Europese Raad opgeroepen om bezorgdheid uit te drukken bij de peruviaanse regering omwille van het buitensporige geweld bij het politieoptreden; te vragen een exhaustief en onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de feiten; diegene die schuldig zijn aan het schenden van mensenrechten te straffen; en zo snel mogelijk de dialoog te hervatten met de indígena-bevolking in de hoop een vreedzame oplossing te vinden voor hun bekommernissen.

woensdag 6 mei 2009

De “varkensgriep”: pandemie of wereldwijde paranoia?


De laatste dagen is Perú, net zoals vele andere landen, helemaal in de greep geweest van de “bedreiging van de varkensgriep”. De peruaanse regering ging zelfs over tot het uitvaardigen van een landingsverbod voor vluchten uit Mexico. De varkensgriep deed ook bijna de Minister van Gezondheid vallen. Politiek gezien dan.

Angstwekkende berichten over een levensbedreigende pandemie stroomden ineens via TV, radio, krant, Email en straatcommentaren ons leven binnen, 24 uur op 24 uur, gedurende een paar dagen.

Pandemie? Ik zet hier even een paar “feiten” op een rijtje en vergelijk ze met andere “feiten”. Op maandag 4 mei waren er “985 mensen wereldwijd besmet en ten minste 26 mensen overleden aan het virus” en op dinsdag 5 mei overleed het eerste niet-mexicaanse slachtoffer. Dus, volgens de berichtgeving waren er gisteren AMPER 27 slachtoffers wereldwijd. Als we een gemiddelde berekenen op ongeveer een week tijd gaat het om 4 doden per dag, op mundiaal vlak. Als je deze cijfers ziet, dan lijkt wat we vorige week beleefd hebben eerder op een collectieve psychose dan een wereldwijde bedreiging. In México DF, een stad van 20 miljoen inwoners, werden alle scholen gesloten voor een periode van twee weken, werden honderden sportwedstrijden en andere evenementen afgelast en lag een niet onbelangrijk deel van de nationale economie voor een paar dagen behoorlijk plat. Wereldwijd kochten mensen massaal maskertjes aan en legden tallozen regeringen stocks van anti-virus-medicijnen en retro-actieven (voor het testen van “verdachte gevallen”) aan. Verschillende landen vaardigden – net zoals Peru - een landingsverbod voor mexicaanse vluchten uit.

Andere feiten: volgens het jaarrapport van Unicef 2009 sterven elk jaar meer dan een half miljoen vrouwen aan zwangerschaps- of bevallingscomplicaties en ongeveer 4 miljoen boorlingen sterven in hun eerste 28 levensdagen. Gebaseerd op gemiddelden, zullen er vandaag 6 mei dus wereldwijd 1.350 vrouwen en 10.950 boorlingen sterven. De meeste van die sterfgevallen hadden perfect voorkomen kunnen worden, indien regeringen meer prioriteit hadden gegeven aan het beschikbaar stellen van een kwalitatieve primaire gezondheidszorg. Waarom heeft dit feit nog nooit een wereld-alarm veroorzaakt, met internationale "24 op 24 uur" media-berichtgeving?

De hele hetse rond de varkensgriep of de “mexicaanse griep” (die, a propos, ook een racistisch anti-immigratie-tintje heeft gekregen, zeker in de VS!) leek me, een paar dagen geleden al, te verdacht veel op een kunstmatig aangestoken “collectieve paranoia”. En deze indruk werd alleen bevestigd toen ik gisteren een video in You Tube bekeek, waarvan de link me per mail werd toegestuurd. De video van cineast Alfonso Cuarón draait rond het boek van Naomi Klein “The Shock Doctrine. The Rise of Disaster Capitalism”. Canadese journaliste en onderzoekster Klein behandelt in dit boek het belang van collectieve shocks - gecreëerd door (ware of vermeende) rampen - voor het in stand houden van de neo-liberale capitalistische economie.

Een aanrader die video. En een aanzet tot nadenken, debateren en discussiëren! Een oproep om een eigen mening en oordeel te vellen, voorbij alle massa-propaganda heen.
Zie: http://www.youtube.com/watch?v=_nNJM0kKrDQ

donderdag 2 april 2009

“Gouden” pilletjes? Om ziek van te worden!


Vorige week zaten de experts en politieke afgevaardigden van de Europese Unie en de CAN (Comunidad Andina de Naciones) bijeen in Lima om te onderhandelen over het zogenaamde associatie-akkoord EU-CAN. Eén van de meest delicate punten op de agenda is het hele hoofdstuk rond de bescherming van intellectuele eigendomsrechten (de zgn. TRIPS) en de gevolgen daarvan op de toegankelijkheid van medicijnen en het kostenplaatje van een gezondheidsbeleid in de Andes-landen (en overal ter wereld trouwens…). Tegelijkertijd zaten het fos Andes gezondheidsteam en enkele experten van de civiele maatschappij rond datzelfde thema bijeen in een technische workshop in het kader van een Internationaal Congres rond medicijnen in Quito- Ecuador. Een ideaal moment dus om eens de problematiek rond toegang tot (generische) medicijnen uit de doeken te doen in deze blog.

Eigendomsrechten of “patenten” beschermen de rechten van de auteur of uitvinder van bepaalde produkten of artikelen. Daar is op zich niets mis mee. Het probleem is echter dat de farmaceutische industrie de patenten en de zgn. “proefperiodes” misbruiken om de prijs van een medicijn kunstmatig hoog te houden en jarenlang woekerwinsten te maken. Woekerwinsten die ten goede komen van een handjevol excutives en accionisten en ten koste zijn van het overgrote deel van de wereldbevolking. Het ergste is dat de farmaceutische “maffia” zo sterk en machtig is, dat die ook in staat is het politiek (handels-)beleid van heel wat landen en regionale blokken te beïnvloeden. Spijtig genoeg is het winstbejag van de farmaceutische sector ook in de Europese Unie sterker dan het recht op gezondheid van miljoenen mensen.

Latijns-America en de Carraïben zijn goed voor 10% van de wereldmarkt in medicijnen en de grootste markt voor geneesmiddelen concentreert zich hier in 3 landen: Brazilië, México en Argentinië. Gemiddeld wordt er in de regio jaarlijks - per persoon - 40 USD uitgeven aan medicijnen. Niet zoveel dus in vergelijking met Europa en de VS. Maar let op: 2/3 van die kosten worden hier direct gedragen door de gezinnen (dus niet door de Staat of door een ziekteverzekering)! Het aandeel van de farmaceutische markt in het latino-continent is alles bij elkaar genomen niet zo heel hoog en alles lijkt er op te wijzen dat de EU de belangen van zijn farmaco-industrie in de regio wil veilig stellen naar de toekomst toe.

In concreto eist de EU in zijn onderhandelingen met de CAN een drastische verlenging en uitbreiding van de eigendomsrechten op zgn. “innovatieve” medicijnen (die dat in de praktijk niet eens zijn!). Dit betekent dat de overheden en de mensen in de Andes veel later en moeilijker toegang zouden hebben tot de veel goedkopere generische medicijnen. Zolang een medicijn gepatenteerd is, geldt een exclusiviteit van het bedrijf op de produktie, commercialisatie en prijsbepaling. Eenmaal het patent verstreken, kunnen andere bedrijven een gelijkaardig medicijn vrij aanmaken en op de markt brengen, via een vrije en meer reële prijsbepaling. Want in de praktijk houden de bedrijven die het eigendomsrecht hebben op een “nieuw” (gepatenteerd) medicijn, de prijs van dit geneesmiddel kunstmatig hoog. Daardoor kost een gepatenteerd geneesmiddel soms tot 300 maal zoveel als hezelfde generisch medicijn! Maar het weze dus duidelijk: enkel generische geneesmiddelen werken volgens het principe van de “echte vrije markt”; eigendoms-patenten kaderen in een economisch proteccionisme – van je reinste soort - in het voordeel van de industrie!

In ieder geval, wat hier op de onderhandelingstafel ligt is het recht op een betaalbare gezondheid voor miljoenen mensen in de Andes. Financieël kan dit uitgedrukt worden in miljarden Euro´s - meer óf minder - die de plaatselijke overheden en families zullen moeten ophoesten om toegang te krijgen tot geneesmiddelen in de komende decenia. In Perú alleen, zou het – volgens Acción Internacional para la Salud - jaarlijks om 386 miljoen USD meer of minder gaan.

Tot nu toe houden de Andijnse onderhandelaars het been stijf en houden vol dat gezondheid geen handelswaar is en dat de EU niet met twee maten en gewichten mag meten. De EU eist namelijk van de armere Andeslanden een patenten-beleid dat veel stricter is dan het eigen EU-beleid op dat vlak. In ieder geval, het weze duidelijk: de EU verdedigt hier de belangen van de Europese industrie boven de belangen van de plaatselijke geneesmiddelen-industrie én boven de (economische en gezondheids-) rechten van de Andijnse burger. De coherentie van dit door de EU vooropgestelde handelsakkoord met het zgn. ontwikkelings- en politiek akkoord dat spreekt van democratie, sociale cohesie en inclusie is dan ook HEEL ver te zoeken. De onderhandelaars kregen van het EU-parlement het mandaat om een handelsakkoord voor te stellen en te negociëren met de CAN dat meer sociale cohesie zou bewerkstellingen en het recht op toegang tot essentiële diensten – zoals gezondheid – zou respecteren. Waarom houden ze zich niet aan dit mandaat???

Wat kunnen we in België daaraan doen? Ik doe een warme en strijdvaardige oproep aan alle mensen van de socialistische beweging en aan iedereen die streeft naar meer “menselijke” ontwikkeling en sociale rechtvaardigheid wereldwijd. Appeleer jullie politieke vertegenwoordigers rond deze zaak! De EU-onderhandelaars moeten tot de orde geroepen worden. Er moet een noodsignaal gestuurd worden naar het Europese en Belgische Parlament. De eigenwaarde en het zelfrespect van de Europese Unie staat op het spel. Promoten we gezondheid en sociale rechtvaardigheid voor iedereen of enkel voor onszelf? Wat is belangrijker: het zakkenvullen van een “Tobby-clubje” verbonden met de farmaceutische industrie of het feit dat mensen sterven aan volstrekt behandelbare ziekten?

vrijdag 20 maart 2009

BASTA YA!!! (Genoeg is genoeg!)


Tijdens het eerste semester van 2008, werden er in Perú 46.557 aanklachten van familiaal geweld ingediend bij de politie. In 88.8% van de gevallen was het slachtoffer een vrouw. Dat wil dus zeggen dat in Peru elk uur ongeveer 10 vrouwen slachtoffer zijn van familiaal geweld. Van de ongeveer 15.000 gevallen per jaar van fysiek geweld die gemeld worden bij de “Vrouwen-Noodcentra” in Peru, is de aanvaller in 98.6% van de gevallen een rechtstreeks familielid (echtgenoot, partner, vader, stiefvader/moeder, grootvader, enz.). De aanklachten rond psychologisch geweld zijn nog talrijker en in 61.9% van die gevallen is de “agresor” de echtgenoot, inwonende partner of de ex- partner.

Dit zijn shockerende maar “koude” cijfers. In de realiteit echter, is het warm bloed dat gezichten doet opzwellen, dat via bloeduitstortingen “blauwe plekken” tekent in de huid, dat klopt en pijn doet in kneuzingen en builen. Zoals eergisteren bij Alexandra. De vrouw die momenteel onze “Casa Belga” of de kantoren van 4 belgische ngo´s proper houdt. We troffen haar ´s morgens huilend aan, gekneusd en gekwetst, en met een grote fysieke en emotionele pijn. Het is niet de eerste keer dat we via het vrouwelijk personeel met dergelijke pijnlijke situaties geconfronteerd worden. Alexandra is moedig geweest en heeft – op ons aansporen – klacht ingediend bij de politie. Haar echtgenoot, die na de middag zijn berouw bij haar kwam uiten, kreeg een flink sermoen en uitbrander die hem hopelijk even bijblijven. Dit kan niet, in "ons huis"!

Deze maand was het de internationale dag van de vrouw. Geen feestdag dus om de vrouwen in de bloemetjes te zetten. Maar een dag die ons moet herinneren aan de noodzaak en rechtvaardigheid van onze strijd.

“Eens komt er een dag dat we geen Internationale Vrouwendag meer zullen nodig hebben, noch vrouwenministeries of vrouwendepartementen of gendermainstreaming of straatmanifestaties of feministen, omdat “gelijkheid voor de wet” en gelijkwaardigheid een realiteit zullen zijn. De speciale wetten, beleidsmaatregelen, structuren, genderexperten zullen allemaal geschiedenis zijn. Want wij vrouwen zullen niet meer 30% minder verdienen dan onze mannelijke collega´s, niet meer ontslaan worden omdat we zwanger zijn, niet meer als feministische heksen gebrandmerkt worden omdat we ijveren voor sociale rechtvaardigheid, ook voor vrouwen! Bedrijven zullen zich realiseren dat kinderen, hun opvoeding, onze gezondheid en de zorg voor anderen en onze planeet, sociale gemeengoederen zijn, niet enkel afhankelijk van het werk en de zorg van moeders en vrouwen, maar ook van vaders en mannen. Wij vrouwen zullen niet meer met misplaatste trots zeggen dat “onze partners ons helpen in het huishouden” omdat het de normaalste zaak van de wereld zal zijn dat ons huishouden en alles wat daar rond hangt een verantwoordelijkheid van de twee is, net als onze economische en politieke inbreng in onze leefgemeenschappen. We zullen geen slachtoffer meer zijn van psychologisch, fysiek en sexueel geweld. We zullen het niet meer aanvaarden dat anderen ons lichaam, sexualiteit, intellect, bewegingsvrijheid en wensen controleren. We zullen STOP zeggen aan elke vorm van manipulatie en mishandeling. Iedereen zal verstaan dat ons “NEEN” een “NEEN” is en ons “JA” een “JA”, zonder dat we daarvoor als hoer, lesbienne, feministe of man-mens zullen uitgescholden worden” (Zeer vrij vertaald en samengevat naar een tekst van Ivannia Salazar Saboría).

Het zal niet meer nodig zijn dat we een collega, vriendin of buurvrouw moeten opvangen, troosten, moed inspreken, helpen zichzelf te verdedigen en samen woedend te worden omdat haar man of partner “door het lint” ging, zijn zinnen verloor en haar in elkaar sloeg. Vrouwen én mannen zullen dan vrijer zijn, vrij van een nefast patriarchaal systeem van onderdrukking, uitbuiting, slavernij en geweld. En tot zolang zullen we 8 maart markeren op onze agenda om onze droom levend te houden, in strijdvaardige woorden en daden.

dinsdag 24 februari 2009

De “bon voor een menswaardige ontwikkeling” in Ecuador


Ecuador was –samen met Mexico- één van de eerste landen in de latijnsamerikaanse regio om een nieuw armoedebestrijdingsprogramma op te starten dat er in bestaat een maandelijkse som geld over te maken aan de armste families in het land. Het programma heeft al heel wat transformaties en aanpassingen meegemaakt. De “Bono de Desarrollo Humano” – zoals President Correa het programma herdoopte – bezorgde in 2008 maandelijks 30 USD aan meer dan 1 miljoen personen. In het voorbije jaar verdubbelde niet alleen de bijdrage (voorheen 15 USD) maar steeg de groep begunstigden ook met 18%. Diegenen die recht hebben op deze monetaire bijdrage, halen maandelijks hun 30 USD af in één van de 653 betaalpunten, verspreid over het land. Voorwaarde is wel dat de begunstigden hun medeverantwoordelijkheid opnemen: ze moeten hun kinderen tot 18 jaar naar school sturen en de jongsten (0 tot 5) op regelmatige tijdstippen laten inenten en onderzoeken in het medisch centrum.

Eugenia is één van de begunstigden van deze “Bon” die toebedeeld wordt door het Ecuatoriaanse Ministerie van Economische en Sociale Inclusie. Ze werkt ook als straatverkoopster in Quito want met de 30 USD die ze maandelijks van de regering krijgt, komt ze niet toe. Niettemin is ze heel blij dat ze kan rekenen op dit vaste “minimum-inkomen” want haar mobiele verkoopspost op straat brengt haar dagelijks tussen de 3 en 5 USD op, waarmee ze het eten voor haar gezin koopt. Eugenia is 43 en woont sinds meer dan 30 jaar in Quito, toen ze hier als jong meisje kwam werken als huishoudhulpje. Alhoewel Eugenia tot haar 11 jaar naar school ging, kan ze nauwelijks lezen en enkel haar naam schrijven. Ze is functioneel analfabeet.

Eugenia houdt de school- en medische certificaten van haar kinderen zorgvuldig bij want ze weet dat die op gelijk welk moment kunnen opgevraagd worden. Ze beoordeelt het feit dat de overheid haar verplicht –als tegenprestatie voor de 30 USD – haar schoolgaande kinderen naar school te sturen en haar jongste van 4 regelmatig naar de dokter, een goede zaak alhoewel ze zegt dat het niet nodig is dit als een verplichting op te leggen. “Als moeder wil ik niets liever voor mijn kinderen. Alleen hadden we vroeger die optie niet; minstens één van mijn oudere kinderen moest werken opdat we als gezin zouden kunnen overleven. Die 30 USD maakt nu een verschil. Ook als ze het niet zouden verplichten zou ik mijn kinderen naar school sturen”.

Net als de andere begunstigen van de Bono de Desarrollo Humano, had Eugenia ook het recht op een aansluiting bij het Programa de Aseguramiento en Salud (PAS), de niet-contributieve gezondheidsverzekering die gesubsidiëerd wordt door de Staat. Maar niemand had haar daar ooit over geïnformeerd en Eugenia had geen idee wat dat eigenlijk allemaal inhield of op welke gezondheidsdiensten ze al dan niet recht had. Tot ze zelf ziek werd en haar buurvrouw haar erover vertelde. Toen ze echter naar de gezondheidspost ging, was de wachtlijn zo lang dat ze na een hele dag wachten nog niet behandeld werd. De volgende dag had ze de moed niet om terug te gaan en behandelde ze zichzelf met kruiden en een middeltje dat de apotheker om de hoek haar van de hand had gedaan. Via diezelfde buurvrouw kwam ze te weten dat een organisatie die Mujeres por la Vida (Vrouwen voor het Leven) heet, regelmatig buurt-bijeenkomsten organiseerde waar vrouwen zoals zij een heleboel praktische informatie kregen en ook hun mening konden geven over de Bono, de PAS en andere zaken die hen direct aanbelangen. Eugenia nam reeds 3 keer deel aan een bijeenkomst waar soms meer dan 300 vrouwen aanwezig zijn. De eerste keren luisterde ze vooral maar de laatste bijeenkomst vertelde ze ook over haar eigen ervaringen binnen de PAS-verzekering en hoe die zou kunnen verbeteren.
Als fos ondersteunen we sinds 2008 dit project rond sociale organisatie en burgerparticipatie rond gezondheid. Het project wordt gefinancieerd en uitgevoerd via het bredere netwerk ForoUrbano Quito maar Mujeres por la Vida is de sociale basisorganisatie die er in de praktijk echt zijn schouders onder gezet heeft.